Daar hoef ik niet al te lang over na te denken. Het zou eerder keuze stress opleveren welke locatie ik zou moeten kiezen. Want het wordt sowieso iets met dieren. Iets wat meteen in me op komt is een dierentuin. Stel je voor dat je de apen mag voeren, en misschien een kleintje de fles mag geven? Olifanten mag trainen hoe ze hun hoef moeten laten zien als de pedicure voorbij komt. Grote stukken vlees mag snijden en die dan mag neerleggen bij de zwarte panters. Of een aantal kilo vis moeten schoonmaken voor de zeehonden en de zeeleeuwen.

Maar een dagje meelopen als boswachter zou ik ook best leuk vinden. Ja, maar wat denk je van een dagje meedraaien in het Rijksmuseum? Of een ander indrukwekkend museum. Of misschien een dagje mee draaien op de boot die van Den Helder naar Texel vaart en weer terug. Een drukkerij, dat zou ook best leuk zijn. Of toch gewoon bij de varkensboer?

Er zijn zeker ook locaties waar ik helemaal niets mee heb, maar dat wordt niet gevraagd op het labeltje van het kopje herfstthee. De plek waar ik me merendeel van de tijd begeef dat vind ik eigenlijk veels te leuk. Maar de vraag luidt toch echt: ‘Waar zou jij graag een dag als vrijwilliger willen mee helpen?’

Dan moet ik toch een keuze gaan maken. En dan kies ik voor de varkensboer. Ik kies voor het bekende, iets waar ik volgens mij mijn hele leven van blijf genieten. Van mijn tijd als varkensboerin. Dat ik dan weer eventjes die kleine neusjes mag zoenen, mag genieten van die warme kleine kruikjes die tegen je laars op bewegen. En van hun intense vriendelijkheid. Dat zou ik voor een dagje weer eens willen doen. En mochten ze het bij de dierentuin heel erg druk hebben, dan wil ik daags erna best ook daar even bijspringen.